De geschiedenis van Katlijk gaat terug tot in de dertiende eeuw. Het is bekend dat er in 1254 een kapel stond, waarna langzaam een buurtschap ontstond. In 1525 kreeg de buurtschap een eigen kerk, waardoor het een dorp werd.
Kaart van Friesland 1579
Frisia Occidentalis / Sibrandus Leonis Leovardiensis describ.
Schaal [ca. 1:300.000].
[Antwerpen : Plantijn, 1579]
1 kaart : kopergravure, 36 x 49 cm.
Cum privilegio Imp. et Reg. Mtm. ad decennium. 1579.
Inzet: Antiquae Frisiae situs sub Augusto Imperatore, ut fertur / D.
Bron: www.cf.uba.uva.nl
Katlijk, Fries: Ketlik; leke, waterlossing is een dorp in de gemeente Heerenveen, oostelijk van Oranjewoud. Heeft nog enige heide en bos. Hervormde Kerk uit de 16e eeuw, met klokkestoel aan de weg “Kerkelaan” en tot 2012 nog een lagere school.. Evenals in Oudehorne wordt het Sint Thomasluiden nog in ere gehouden. De oostelijke ‘boerenstreek’ wordt Groot-Katlijk, de rest Klein-Katlijk genoemd. (Ontleend aan de Encyclopedie van Friesland van 1958).
De aanduidingen Groot-Katlijk en Klein-Katlijk komen op de kaart van Schotanus/Halma van 1718 onder deze benamingen reeds voor.
Opmerkingen: Op de kaart van Schotanus/Halma van 1718 wordt het gebied langs de vaart, dat nu “Ds Veenweg” heet, aangeduid als ‘Ny Katlijk’, terwijl op de kaart van Eekhof van 1848 aan de noordzijde van de vaart staat vermeld ‘Boven Knype’ en aan de zuidzijde ‘Nieuw-Katlijk’.
De 2 klokken in het klokhuis, welke in 1942 door de Duitse bezetters werden gevorderd, dateerden uit 1752. Volgens de ‘Tegenwoordige Staat der verenigde Nederlanden’ 15e deel (1788?) zou Katlijk komen van Catholica . Het beeldje “De Raaptepper”heeft een link met de vroegere bijnaam voor de bewoners van Katlijk: de Ketliker sânrapen.